Prinsjesdag 2025: wat verandert er in 2026?
Prinsjesdag 2025 bracht dit keer een beperkt pakket fiscale plannen, passend bij de demissionaire status van het kabinet. Geen grote hervormingen dus, maar wel enkele maatregelen die werknemers, zelfstandigen, bedrijven, werkgevers en vermogenden zullen merken. In dit artikel geef ik een overzicht van enkele opvallende wijzigingen.
Werknemers en zelfstandigen
De inkomstenbelasting verandert nauwelijks. Het tarief in de eerste schijf daalt licht naar 35,70%, de tweede schijf stijgt iets naar 37,56% en het toptarief blijft 49,50%. Voor de meeste werknemers betekent dit een klein voordeel, mede door hogere heffingskortingen. Voor zelfstandigen is er minder goed nieuws: de zelfstandigenaftrek daalt opnieuw, naar € 1.200 in 2026.
Bedrijven
Voor bedrijven verandert er ook het een en ander in het fiscale speelveld. De energie-investeringsaftrek (EIA) wordt beperkt: investeringen via samenwerkingsverbanden kunnen niet langer dubbel meetellen. De regeling blijft bestaan, maar met een duidelijk maximum.
Daarnaast geldt er een tijdelijk overgangsrecht voor fondsen voor gemene rekening (fgr’s). Die voorkomt dat bepaalde structuren onverwacht belastingplichtig worden. Bedrijven die gebruikmaken van dit overgangsrecht blijven voorlopig fiscaal transparant en hoeven dus nog niet zelfstandig vennootschapsbelasting te betalen.
Werkgevers
Voor werkgevers zijn er ook veranderingen.
Allereerst wordt de lucratiefbelangregeling aangescherpt. Deze regeling is bedoeld om buitensporige beloningen in met name private equity-structuren tegen te gaan. Voordelen die via dergelijke structuren worden behaald, worden vanaf 2026 zwaarder belast, tot maximaal 36%.
Daarnaast komt er een maatregel op het gebied van mobiliteit. Vanaf 2027 betalen werkgevers 12% extra heffing over de cataloguswaarde van fossiele leaseauto’s die ook privé worden gebruikt. Hiermee wil de overheid bedrijven stimuleren om sneller over te stappen op elektrisch rijden. Voor emissievrije personenauto’s geldt nog tot 2028 een korting van 30% op de motorrijtuigenbelasting, waarna dit voordeel geleidelijk verdwijnt.
De verlaagde bijtellingsregels voor nul emissie-auto’s vervallen per 1 januari 2026, zodat er dan nog slechts een bijtellingstarief is van 22%. Dit geldt niet alleen voor werknemers, maar ook voor IB-ondernemers.
Voor nul emissie-auto’s met een datum van eerste toelating in 2025, geldt nog 60 maanden een verlaagd tarief: 17% bijtelling over de cataloguswaarde van waterstof- of zonnecelauto’s. Voor overige nul emissie-auto’s is de bijtelling van 17% beperkt tot een cataloguswaarde van € 30.000. Over het meerdere is de bijtelling 22%.
Ook interessant: de fietsregeling wordt versoepeld. Als een (deel)fiets die een werkgever aan een werknemer beschikbaar stelt nauwelijks thuis wordt gestald, geldt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2020 een bijtelling van nihil. Dit maakt het aanbieden van bedrijfsfietsen fiscaal aantrekkelijker.
Vermogen
Vermogenden gaan meer belasting betalen. Het forfaitair rendement voor overige bezittingen stijgt naar 7,78% en het heffingvrije vermogen daalt naar €51.396. Meer mensen vallen daardoor in de heffing, en vaak voor hogere bedragen.
Ook verdwijnt de regeling voor groen beleggen: in 2027 resteert nog een symbolisch bedrag, waarna de regeling in 2028 helemaal stopt. De ambitie om vanaf 2028 het werkelijk rendement te belasten blijft, maar de haalbaarheid is onzeker.
Wonen
Ook op het gebied van wonen en nalatenschappen verandert er iets. De leegwaarderatio, waarmee verhuurde woningen vaak lager werden gewaardeerd, mag niet meer worden toegepast bij verhuur aan familie tegen een lage huur.
Erven
Bij erfenissen hoeven schenkingen vlak voor overlijden niet meer dubbel te worden aangegeven. Bovendien krijgen nabestaanden langer de tijd om aangifte erfbelasting te doen: twintig maanden in plaats van acht.
Conclusie en vooruitblik
Het Belastingplan 2026 is sober, maar niet zonder gevolgen. Voor werknemers is er een klein voordeel, zelfstandigen leveren opnieuw in, bedrijven krijgen minder ruimte voor investeringsaftrek, werkgevers zien hun lasten toenemen door nieuwe regels en vermogenden betalen meer. Kleine stappen dus, maar wel met merkbare impact.
Wil je weten wat deze aanpassingen voor jouw situatie betekenen? Neem gerust contact met ons op. Wij denken graag met je mee over de praktische gevolgen en mogelijkheden.
