Een familiebedrijf, het klinkt zo mooi en idyllisch: als familie bouw je aan het bedrijf, kinderen en kleinkinderen kunnen in het bedrijf aan de slag en de opvolging is verzekerd. Het is bovendien een feit dat familiebedrijven belangrijk zijn voor de economie en er zijn genoeg aansprekende, succesvolle familiebedrijven zoals bijvoorbeeld die van de familie Heijn (Albert Heijn), de familie Van der Valk (Van der Valk hotels), de familie Swinkels (Bavaria).
Maar het kan ook goed mis gaan, met flinke ruzies binnen de familie die uiteindelijk hun weerslag hebben op de onderneming. Zoals het geval was bij de familie Oetker (Dr. Oetker), waarbij het bedrijf uiteindelijk is opgesplitst. Het kan de beste families overkomen!
Wat kun je nu doen om dit te voorkomen? In de ideale situatie zorg je dat er géén conflict ontstaat en leg je afspraken goed vast op het moment dat alle verhoudingen nog goed zijn. Bijvoorbeeld in een familiestatuut, waarin de familie afspraken vastlegt in relatie tot het bedrijf: welke familieleden mogen binnen het bedrijf werken, hoe wordt voor betrokkenheid bij het bedrijf gezorgd, hoe wordt voor continuïteit binnen het bedrijf gezorgd etc.
Een familiestatuut is alleen geen garantie dat nooit een conflictsituatie zal ontstaan. Doet zo’n situatie zich voor, dan is het belangrijk met elkaar in gesprek te blijven en vervolgens tot een gezamenlijk besluit te komen.
Vaak heeft een oplossing ook een fiscale kant, zoals in het geval van een broer en zus die beiden 50% van de aandelen in een BV hadden, zoals in het plaatje is weergegeven.

Broer en zus kregen ruzie en wilden hun bedrijfsactiviteiten splitsen. Het was de bedoeling dat zus alle aandelen van A BV zou krijgen (waar ook de aandelen in B BV bij hoorden, die eigenaar was van een woon/winkelpand), zodat zus feitelijk het hele pand zou krijgen. A BV en B BV hadden vorderingen op de vennootschappen van broer en deze vorderingen zouden over moeten gaan naar broer.
De meest eenvoudige oplossing zou zijn om het 50%-belang in A BV door broer over te laten dragen aan zus. Het fiscale probleem dat hierbij opkomt, is dat overdrachtbelasting betaald moet worden: omdat de bezittingen van B BV voornamelijk uit een (beleggings)pand bestonden, worden de aandelen van B BV aangemerkt als fictieve onroerende zaak. Door de (indirecte) overdracht van deze aandelen aan zus, zou daarom overdrachtsbelasting betaald moeten worden.
Maar er is een alternatief: er kan gebruik gemaakt worden van de juridische splitsing. Daarbij wordt vennootschap A BV in tweeën geknipt: A1 BV en A2 BV. De vorderingen die bij de broer terecht moeten komen, worden toegedeeld aan A1 BV (waarvan de aandelen naar de broer gaan) en de aandelen B BV worden toegedeeld aan A2 BV. De zus krijgt de aandelen van A2 BV en krijgt zo dus, indirect, het hele pand in haar bezit. Binnen de overdrachtsbelasting kan in dit geval, onder voorwaarden, een vrijstelling overdrachtsbelasting toegepast worden. Kortom: de zus hoefde geen overdrachtsbelasting te betalen!
De belastinginspecteur had moeite met dit, fiscaal gunstigere, alternatief en legde een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op. De inspecteur vond namelijk dat de gevolgde route vooral gericht was op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft geoordeeld dat het einddoel (het beëindigen van de ruzie tussen broer en zus en de ontvlechting van hun zakelijke belangen), zakelijk is. Dat er ook andere manieren zijn om tot hetzelfde einddoel te komen (die meer belasting kosten), betekent niet dat er niet voor de fiscaal meest gunstige route gekozen mag worden. De belastingplichtigen (broer en zus) hebben hier een keuzevrijheid en alleen als de inspecteur aannemelijk kan maken dat de splitsing een anti-fiscale omweg bevatte, zou de keuzevrijheid van de broer en zus ingeperkt worden.
TIP:
Wil je jouw zakelijke belangen (om wat voor reden dan ook) ontvlechten, wees je er dan van bewust dat er misschien verschillende routes zijn om te bewandelen. Als er vergelijkbare alternatieven zijn, mag je kiezen voor degene die de minste belastingheffing kost. Laat je hierover altijd adviseren door een fiscalist!
Heb je hier vragen over of hulp bij nodig, neem dan gerust contact met mij op: ik help je graag.